Op donderdag 9 februari 2023 hebben Irene Sorozábal (zang) en Adrián Moncada (piano) ons laten kennis maken met traditionele Spaanse cultuur, maar dan gezien door hedendaagse ogen. Klanken van oude folkloristische dansen mengden zich met jazz en vrije improvisatie.
Pianist Adrián Moncada en zangeres Irene Sorozábal presenteren Rebolada: een deconstructie van de traditionele Spaanse cultuur door een hedendaags prisma. Klanken en echo’s van folkloristische dansen verstrengelen zich met jazz-harmonieën en de verrassende kwaliteit van vrije improvisatie.
Dit project stelt een soort ontwaken voor; de opkomst van een vergeten folklore leidt tot een persoonlijke en hedendaagse folklore.
Deconstructie (of deconstructivisme) is een begrip uit de tweede helft van de vorige eeuw. Het beoogt structuren op filosofische en analytische wijze te demonteren (uit elkaar te halen) om ze beter te begrijpen en vervolgens weer in elkaar te zetten.
Klik hier voor meer Engelstalige informatie over dit duo.
Jezelf blijven ontwikkelen en je netwerk in de buurt vergroten.
Dat is waar we bij
de SOOP voor gaan
in de Kadijkbuurt,
de Plantagebuurt
en de Weesperbuurt.
Wanneer heb jij voor het laatst iets voor
het eerst gedaan?
Website vergroten?
Houd CTRL ingedrukt en druk op + of -
Voor Apple:
Houd ⌘ ingedrukt
en druk op + of -
Zij gebruikte een microfoon, waardoor ook heel zachte en snel bewegende geluiden goed te horen waren en hij gebruikte behalve de toetsen van de piano ook de kast en zijn benen om op te trommellen, alsmede soms zijn stem.
Er waren vijf stukken. Het eerste had een traditionele folkloristische kern uit de buurt van Segovia. Als ik het goed heb, werd eerst de sfeer van een feest de avond ervoor opgeroepen, waarna er iemand direct toegezongen werd, om weer met de eerdere evocatie af te sluiten. Het tweede stuk had van doen met schapenscheren, was weer driedelig en bevatte naast melodische gedeelten ook praktisch 'rap' en 'scat' (zoals we dat van Ella Fitzgerald kennen).
Ook het derde stuk was een heel avontuur, weer met basis in de buurt van Segovia, en variërend van een verhaal over een slak tot een slaapliedje. Ik vond het weer indrukwekkend hoe ze een overall organisatie wisten te combineren met een grote vrijheid in het moment. Het vierde stuk was het enige dat niet van folklore uitging, maar van een gedicht van J.P. Jiménez, mediterend over de natuur en wat er blijft na de dood. Het vijfde en laatste stuk heette Landú en was weer, in de basis, een folkloristisch slaapliedje.
Tot slot hebben Irene Sorozábal en Adrián Moncada nog 2 cd's van hunzelf aangeprezen. Wat mij betreft een geslaagde middag die behoorlijk anders was dan wat we meestal horen.
RvdV