Haydn en Dutilleux

 

Op 14 maart trad bij ons in de salon Elisabeth Goh op, een jonge pianiste uit Singapore die aan het Amsterdams Conservatorium bij David Kuijken voor haar bachelor studeert. 

 

Ze kondigde de stukken die ze speelde zelf aan: bondig maar evocatief. Van de serie variaties over twee thema's van Haydn vertelde ze dat het laat werk was, met naast het speelse, dat we van hem kennen, ook een gevoeligheid die al aan Beethovern doet denken. De grote coda werd door Haydn pas later toegevoegd aan de oorspronkelijke serie. Alles uitgevoerd met mooi geluid, licht en smaakvol rubato en gedoseerd gevoel.

 

Ook over de enige pianosonate van Dutilleux (geboren 1916), geschreven kort na WO II, wist ze een paar dingen te zeggen die onze oren  in de goede richting konden zetten. Zijn werk is hier nog meer neoklassiek i.t.t. het latere meer avantgardistische.  Het eerste deel doet haar denken aan Alice in Wonderland, met wonderlijke karakters en dieren. Evengoed heeft het een behoorlijk sonate-achtige structuur (aba'b' als ik goed geluisterd heb). Voor het tweede (een lied, met daaron een mars die echter weer verzacht, om weer bij een treurig lied uit te komen) vroeg zij onze aandacht voor Dutilleux' mysterieuze spel met de klankkleuren van de piano. Van het derde deel een groots opgezet Choral met variaties, weet uw verslaggever niet veel meer te zeggen dan dat het van begin tot einde boeide, en goed liet zien hoe de componist niet alleen in de Franse traditie stond, maar ook naast Bartok en Prokofiev. 

 

Dit alles werd soepel, bescheiden en met veel gevoel voor klank uitgevoerd, zodat de expressieve grenzen van onze Rösler-piano overschreden leken te worden. 

 

Laten we haar veel succes wensen  voor haar examen op 28 mei in de Bernard Haitinkzaal van het Conservatorium!