We spraken met de performer/kunstenaar vanwege haar expositie “Muzikanten uit Mongolië”. Die was bij ons te zien vanaf 10 november 2005.

“Ik wil de bezoekers van de SOOP graag kennis laten maken met ‘mijn’ muzikanten uit Mongolië met hun karakteristieke boventoonzang, spelend op paarden-viool of langhals-luit. Misschien worden ze door deze of gene wel herkend, want ze hebben veel gemusiceerd onder de poort van het Rijksmuseum. Tót de verbouwing.

Ze gedragen zich als trekvogels; soms gaan ze terug naar Mongolië, soms trekken ze verder door Europa. Ik heb hen leren kennen in 1998. Op de Dam. Ik was gefascineerd en haalde mijn kleine schetsboekje en grafiet-stift - heb ik altijd bij me - te voorschijn. Ik teken nooit stiekem, dus ik vroeg beleefd of ik hen mocht tekenen. Ze vonden het prima.

Die middag heb ik al heel wat schetsjes gemaakt en vanaf dat moment ben ik hen gaan volgen. Kocht een kaartje wanneer ze optraden in het Tropenmuseum en zocht hen op als ze musiceerden onder het Rijksmuseum. Daar hebben ze jaren lang gespeeld van half juni tot eind december. We leerden elkaar kennen, soms belden ze op om te laten weten dat ze gearriveerd waren. Ik maakte houtskoolschetsen terwijl ze aan het musiceren waren. Ze vonden het leuk om het resultaat te zien, waren één en al aandacht. De schilderijen kennen ze alleen van fotos.

Ik merkte dat ik ging reageren op het soort muziek dat ze maakten. Stoere muziek vertaalde zich in stevige lijnen en als de groep lyrische muziek maakte werden de lijnen automatisch zachter. In de loop der jaren heb ik heel veel voorstudies, kleine notities over kleuren en schetsen van de groep gemaakt. Terug in mijn atelier zet ik dan al die dingen om me heen. Dan weet ik weer precies wat ik allemaal gezien en beleefd heb. Dan ga ik kijken en bedenken hoe ik verder zal gaan. En ik zet Mongoolse muziek op ter inspiratie. Beeldende kunst en muziek liggen zo dicht bij elkaar. Het gaat in beide gevallen om lijnen, ritme, kleur en gevoel. Maar: ‘mijn’ muzikanten zijn er niet meer. Hun plek is hen afgenomen.

Gelukkig werk ik graag aan allerlei verschillende thema’s. Landschappen waar je de aanwezigheid van mensen kunt zien door sporen van gemaaid gras of richels in geploegd land. En ik heb bijvoorbeeld ook twee jaar lang de afbraak en herbouw van de Amstelbrug gevolgd. Ik ben dan op de bouw aanwezig. Heb daar wel met 12 graden onder nul staan tekenen.

Ik heb de SOOP enkele jaren geleden leren kennen toen Ies Jacobs bij jullie exposeerde. Ik vond het een warme ambiance en toen ik gevraagd werd, dacht ik meteen: leuk, de SOOP, daar was het toen zo gezellig. Ik kom dus graag naar jullie toe met ‘mijn’ boventoonzangers uit Mongolië, in houtskool, gekleurd krijt, aquarel en olieverf.”