Interview met de kunstenaar ter gelegenheid van haar expositie in de SOOP “Amsterdam in lino”, van 24 mei tot en met 04 juli 2007.

“Heb je de pest in? Ga gutsen in linoleum, je snijdt alles van je af”

Toen Bob van Amelrooij me vroeg of ik bij de SOOP wilde exposeren, reageerde ik meteen positief. Je wilt toch graag dat zoveel mogelijk mensen kennis kunnen maken met je werk. Ik ken de SOOP een beetje en schat de bezoekers in als mensen die geïnteresseerd zijn in Amsterdam. Ik kom dus met een aantal werken, die herkenbaar zullen zijn voor veel mensen. Allemaal Amsterdamse plekken en oorspronkelijk gemaakt voor de Historisch-Topografische Atlas van het Gemeentearchief Amsterdam. Deze historische collectie topografische tekeningen en prenten wordt sinds 1934 aangevuld met eigentijdse beelden van de stad.

Aanvankelijk moest je als kunstenaar worden uitgenodigd hieraan mee te doen - men heeft mij bijvoorbeeld ergens in de jaren negentig daarvoor benaderd -, maar nu kan iedereen eenmaal per jaar werk aanleveren dat met de stad te maken heeft. Daaruit worden enkele stukken geselecteerd en aangekocht. In1998 had men inmiddels ruim 20 linosneden van mij aangekocht en in dat jaar werd mijn werk bekroond met de Hans Jaffé prijs.

Wat mijn fascinatie met lino’s is? Je kunt met simpele vormen hele complexe beelden maken. En je ziet meteen het resultaat. Heel belangrijk, want je bent natuurlijk ontzettend nieuwsgierig hoe de afdruk er uit komt te zien. Het zal verder ook wel te maken met mijn onafhankelijke geest. Ik heb graag alles onder contrôle. Voor het maken van lino’s hoef ik de deur niet uit. En ik kan er aan werken op elk moment dat ik daar zin in heb.

Ik heb aanvankelijk ook wel geëtst en aan lithografie gedaan. Maar ik vond het erg bewerkelijk allemaal. Moest altijd ergens anders naar toe om gebruik te maken van een pers. Nee, lino’s zijn het helemaal voor mij, ik ben er inmiddels zo’n 26 jaar mee bezig.

Ik begin met het fotograferen van mijn onderwerp. De foto laat ik spiegelbeeldig afdrukken en vervolgens kopiëren op het formaat van de lino die ik wil maken. Ik gebruik glad linoleum en snij dat met een stanleymesje op het juiste formaat. Dan begint het zogenaamde gutsen. Met verschillende gutsmesjes (sommige in V-vorm, andere met bolletjes) snij je in de lino.

Gutsen in dat stugge linoleum vergt behoorlijk wat energie. Je gebruikt al je spieren om de nodige kracht te zetten. Het is lekker en bevrijdend. Ik kan het iedereen aanraden: heb je de pest in, ga gutsen in linoleum, je snijdt alles van je af.

Door het gutsen is er hoogteverschil ontstaan. De hoger gelegen vlakken pakken de inkt als je er met de roller over heen gaat. Hoe de zwart-wit verhouding er precies uit komt te zien laat ik aan het toeval over. Dat maakt het juist zo spannend. Voor de afdruk gebruik ik heel dun Japans rijstpapier.

Nog even iets over mezelf: ik ben geboren en getogen in Enschede en sinds 1986 Amsterdammer. Na mijn opleiding aan de AKI (Akademie voor Beeldende Kunst en Industrie) te Enschede heb ik de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam gevolgd. Behalve lino’s en andere kunstobjecten maken, werk ik parttime als dierenartsassistente. Voor mij een ideale combinatie.

Ik verheug me er op veel bekende en onbekende buurtgenoten (ik woon in de Plantage Kerklaan) op 24 mei bij de opening van mijn expositie te treffen”