Interview met de kunstenaar ter gelegenheid van zijn expositie in de SOOP “Tegendraads” van 3 december 2009 t/m 3 februari 2010.

“Een eigen handschrift ontwikkelen is essentieel”

Toen mijn jongste kind een jaar of vier was, ontstond bij mij de behoefte creatief bezig te zijn. Het begon met poppen maken, daarna werden het wandkleden en weer later ging ik potten bakken.

Het was het allemaal nét niet. Dat gevoel verdween toen ik ging schilderen. Aanvankelijk in het van Gogh Museum; daar werden schildercursussen gegeven. Ik heb het nu over de jaren zeventig. Later sloot ik me aan bij de zondagschilders. Daar werk ik met veel plezier tot op de dag van vandaag onder de bezielende leiding van Rob Raats.

Schilderen betekende voor mij heel lang aquarelleren. De niet erg op de voorgrond tredende kleuren van de aquarel passen goed bij mijn wat verlegen natuur. Sinds een jaar of tien maak ik ook olieverven. Voor die overstap was voor mij wel wat durf nodig, maar die had ik kennelijk weten op te bouwen. Ik vind werken met olieverf heel prettig; merk ook dat ik steeds wat brutaler word.

In de loop der jaren heb ik een eigen handschrift ontwikkeld.Dat ging vanzelf. Maar nu het er is, vind ik het heel belangrijk en werk ik er hard aan. Op het tegendraadse af!

Tot nu toe heb ik alleen aan groepsexposities deelgenomen. De expositie bij de SOOP wordt mijn eerste solo - optreden. De bezoekers van de SOOP gaan een mix van aquarel en olieverf zien. Ik vind het allemaal best spannend”